Gemeenschappelijke regeling Werkvoorziening Baanstede

Risicoprofiel
Baanstede heeft bij de risico-inventarisatie een hoog risicoprofiel gekregen vanwege de politieke gevoeligheid en het feit dat de gemeentelijke bijdrage hoog is, ook doordat er geen eigen vermogen meer is bij het werkvoorzieningsschap. Bestuurlijk gezien heeft Zaanstad 1 van de 9 stemmen in het bestuur, gerelateerd aan het aantal gemeenten dat deelneemt aan deze gemeenschappelijke regeling.

Risicoanalyse

Ontwikkelingen

(Markt) ontwikkelingen

De transitie van Baanstede blijkt een weerbarstig proces waar veel en intensieve gemeentelijke afstemming over nodig blijkt. Zeker nu de bedachte strategie van vervreemding van bedrijfsonderdelen (zoals de detacheringsorganisatie, het groenbedrijf en Post en Print) in de huidige marktomgeving niet haalbaar blijkt en de gemeente zelf aan zet zijn het alternatief te organiseren. Dat vereist intensieve afstemming om met negen gemeenten tot een gedeelde visie over dat alternatief te komen. Dat zorgt voor vertraging.

Financiële positie

Baanstede heeft geen reserve, er is wel rekening gehouden met herstructureringskosten voor de transitie in de begroting. Tekorten bij de werkvoorziening ontstaan voornamelijk doordat de ontvangen gelden van het Rijk niet voldoende zijn om de medewerkers loon te betalen. Dit verschil loopt de komende jaren op.

Risico's

Het grootste risico is dat Baanstede geen reserve meer heeft om eventuele tegenvallers mee op te vangen (behoudens de WSW-cao verplichting). Hierdoor komen eventuele tegenvallers bovenop de begrote exploitatietekorten direct voor rekening van de negen deelnemende gemeenten. Dit risico ((R469) is opgenomen in de gemeentebrede risico’s en weerstandsvermogen van gemeente Zaanstad.

De stemverhouding is onevenredig, iedere gemeente heeft één stem in het AB, terwijl Zaanstad rond de 48% bijdraagt in het tekort (verdeelsleutel is gebaseerd op aantal inwoners en aantal SW-medewerkers).

Ook kleven er risico’s aan de transitie. Deze heeft vertraging opgelopen en de wijze van detacheren zal aangepast worden. De realisatie van de bezuinigingsmaatregel Baanstede uit 2011 “verlagen gemeentelijke bijdrage en mogelijk verhogen van de inkomsten” kan daardoor ook vertraging oplopen (zie bijlage “voortgangsrapportage bezuinigingen”)

Uit de jaarrekening 2014 bleek de gemeentelijke bijdrage inderdaad lager dan begroot. Dit had inderdaad te maken met een achterblijvende loonontwikkeling in de SW-cao. Een aspect dat nog steeds niet beslecht is en tot die tijd onzekerheid geeft. Verwachting is wel dat de loonontwikkeling minder intensief zal zijn dan begroot (indicatie van 1,4%). Aan de andere kant zijn er minder kosten voor de herstructurering gemaakt in 2014, vanwege de vertraging in het transitieproces.
Verwachting is is dat die kosten later in het traject alsnog gemaakt zullen worden. Het college van B&W heeft in de Burap 2015 wel besloten om een reserve aan te leggen voor de herstructureringskosten.

Beheersing

Maatregelen

  • Met de deelnemende gemeenten is periodiek ambtelijk overleg over beleid.
  • Belangrijke onderwerpen die in het Algemeen Bestuur worden besproken, worden zo mogelijk vooraf geagendeerd in het college van B&W van Gemeente Zaanstad.
  • Er is een ambtelijke financiële klankbordgroep, waar Baanstede gebruik van maakt bij het samenstellen van de begroting en bij het verbeteren van de informatievoorziening. Zaanstad neemt hier ook aan deel.