1.1 Inleiding

Zaanstad ziet tal van ontwikkelingen op zich af komen. De economie in de Metropoolregio trekt aan, en zo ook in Zaanstad. Meer dan ooit kiezen mensen voor een bestaan in de (Rand)stad. Tegelijk zien we mensen die niet delen in de economische groei.

De vraag is hoe we ons tot de ontwikkelingen moeten verhouden. We maken nu keuzes die de toekomst van de stad mede bepalen. Het bestuur wil graag in gesprek over die keuzes, in de raad, en met burgers, organisaties en bedrijven in Zaanstad. Delen welke toekomst we voor ons zien en samen kijken hoe we die vorm kunnen geven.

Voor deze begroting is behoedzaam investeren het uitgangspunt. Door in tijden van grote bezuinigingen scherp aan de wind te zeilen, is het beheer van de stad op orde, zijn achterstanden in het onderhoud ingelopen, zijn Inverdan en Saendelft tot stand gekomen en is de transitie in het sociaal domein gerealiseerd. In deze begroting scheppen we ruimte voor de meest urgente maatregelen waarvoor het draagvlak groot is: investeren in transformatie, meer mensen aan het werk en toerisme bevorderen. Het komend jaar staat in het teken van de investeringsagenda MAAK.Zaanstad (voorheen Plan van de Stad). Bij de volgende kadernota maken we financiële ruimte voor de maatregelen die daarvoor nodig zijn. Hieronder gaan we nader in op de ontwikkelingen die op Zaanstad afkomen.

Economie trekt aan
Huizen worden sneller verkocht tegen steeds hogere prijzen. Mensen vinden sneller een baan. Consumenten geven meer uit en hebben meer vertrouwen in de toekomst. Zo maar wat indicaties dat de opwaartse lijn van de economische ontwikkeling in Nederland door zet.
Ook in Zaanstad zien we de positieve ontwikkelingen. In Inverdan is een overeenkomst getekend voor de ontwikkeling van kop Noordschebos en voor 72 woningen op de Cypressehout en zijn de winkeltjes op de Buiging gevuld. Op het Hembrugterrein gaat YadaYada voor nog meer reuring zorgen. Voor het Kan Palen terrein en het complex Brokking (appartementen in het originele fabriekspand) zijn concrete plannen. De haalbaarheid van woningbouw op het Oostzijderveld wordt onderzocht. De tender van de locatie voormalige Fortuinschool is onder grote belangstelling positief verlopen. Zo’n 20 nieuwe bedrijven vestigden zich al in Zaanstad en voor Hoogtij tonen – in navolging van Kuehne + Nagel - steeds meer bedrijven belangstelling. Het aantal bezoekers aan Zaandam en de Zaanse Schans blijft groeien.

Tegelijkertijd zien we dat de economie sterk verandert. De komst van internet, globalisering en de tweede automatiseringsgolf hebben grote impact op arbeidsmarkt, inkomen, onderwijs en op de manier waarop bedrijvigheid ruimtelijk vorm krijgt.

Trek naar de stad
Wereldwijd trekken mensen naar de stad. Ze blijven er en verlaten de stad minder vaak als ze het beter krijgen. In de stad zijn banen en goede voorzieningen, er liggen kansen voor bedrijvigheid. In Nederland woont meer dan 80% in verstedelijkt gebied. De metropoolregio groeide twee keer sneller dan de rest van Nederland. De trek naar de stad is het best zichtbaar in het meest gewilde deel van de metropool (veelal dicht bij het centrum in de ‘historische’ stad). Zaanstad zit er vanwege de uitstekende verbindingen en aantrekkelijke vastgoedprijzen dicht tegen aan. Makelaars zien dat steeds meer Amsterdammers interesse tonen in Zaanstad, zowel in de goedkope woningen als in de aantrekkelijke delen van bijvoorbeeld Inverdan. Dat de vraag naar woningen en bedrijfsruimte in Zaanstad verder toe neemt, lijkt slechts een kwestie van tijd.

Niet iedereen profiteert
De arbeidsmarkt doet een steeds groter beroep op het vermogen en de bereidheid van mensen om zich de kennis en vaardigheden eigen te maken waar de arbeidsmarkt op dat moment behoefte aan heeft. Mensen met een lage opleiding slagen er minder goed in mee te profiteren van de economische groei. Zij zijn vaker werkloos en doen een groter beroep op zorg en ondersteuning. Vanwege de sterke samenhang tussen opleidingsniveau en inkomen, ontstaat het risico dat mensen permanent in een situatie komen waarin hun inkomen te laag is om volledig mee te doen in de samenleving.

Waar staan we & wat gaan we doen?
Kijkend door een Zaanse bril naar al die ontwikkelingen, zien we kansen en bedreigingen. Het is onze bestuurlijke verantwoordelijkheid de kansen te grijpen en de bedreigingen te lijf te gaan. Ons uiteindelijke doel: een maatschappelijk sterke stad zijn, met goede voorzieningen, een goede kwaliteit woningen en openbare ruimte, waar mensen graag willen wonen en werken.

De afgelopen jaren is ingezet op de transitie en transformatie van het Maatschappelijk Domein. De transitie – de implementatie van de drie decentralisaties – is pril, de transformatie – de verandering van de cultuur en manier van werken in het Maatschappelijk Domein – is nog maar net begonnen. We willen de gang er in houden en tegelijkertijd zorgvuldig omgaan met de consequenties van de veranderingen voor betrokken inwoners, partners en medewerkers. Met investeringen in het Maatschappelijk Domein willen we de kwaliteit hoog houden, meer focus leggen op de uitvoering van de participatiewet en de zorgvraag in de toekomst – rekening houdend met toenemende vergrijzing - waar mogelijk voorkomen.

Tegen de crisis in is er in Zaanstad de afgelopen jaren gebouwd, o.a. in Inverdan en Saendelft. Tegelijk zorgde de crisis er voor dat het maken van plannen op een laag pitje werd gezet. De staat van de stad laat echter de urgentie van een stevige investeringen zien, en omdat de voorbereiding en uitvoering ervan veel tijd vraagt, moeten we aan de slag. We zien ingrijpende demografische ontwikkelingen als autonome groei van de bevolking en relatief grotere groei van het aantal huishoudens, forse vergrijzing, stabiele beroepsbevolking, lichte groei van het aantal jongeren, trek naar de stad en toename van het aantal niet-Nederlanders. Bij elkaar opgeteld leiden deze ontwikkelingen tot nieuwe en grotere maatschappelijke vraagstukken op het gebieden van wonen, verbondenheid met en meedoen in de samenleving, werken en infrastructuur.

Hieronder zetten we onze inzet voor het komende begrotingsjaar uiteen. We maken daarbij de volgende kanttekening. Meer en meer zien we dat het Maatschappelijk Domein en het Stedelijk Domein in elkaar grijpen. Isolatie van woningen leidt tot minder stookkosten en heeft daarmee invloed op de inkomenspositie van mensen. Wat voor woningen we bouwen heeft gevolgen voor de mogelijkheden die we mensen kunnen bieden om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen. Om maar een paar evidente voorbeelden te noemen.
Dat de domeinen in elkaar grijpen, komt nog onvoldoende tot uiting in de agenda’s die we hanteren. Die willen we meer in elkaar schuiven. Dat kan ook gevolgen hebben voor de verdeling van middelen binnen de begroting. Bij de kadernota werken we dit verder uit.

Bestuurlijke kansen
Wat we gaan doen, doen we in een bestuurlijke context die zich goed laat omschrijven als “in beweging”. Het rijk werkt aan een Agenda Stad. Europa komt met een Urban Agenda.
De gemeente Amsterdam en de Metropoolregio Amsterdam werken tegelijkertijd aan hun strategische agenda’s. Deze agenda’s raken Zaanstad. De thema’s waar Zaanstad zich voor inzet (denk aan verstedelijking, vluchtelingen, werkloosheid e.d.) zien we ook de andere schalen. Zelfstandig en vooral als onderdeel van de Metropool spelen we onze rol om deze agenda’s te beïnvloeden en te vertalen naar Zaanse schaal. We hebben een heldere eigen agenda, die we willen verbinden aan die van andere overheden.

Investeren in het sociaal domein
Onze inzet richt zich op de kwaliteit van de samenleving. Blijft Zaanstad dorps als het gaat om veiligheid en sociale verbondenheid? Zijn we stads als het gaat om het niveau van onze voorzieningen? Doen we de juiste dingen in de transitie en transformatie van het sociaal domein? Wij denken dat we op de goede weg zijn. Natuurlijk, te veel mensen staan aan de kant. Ze hebben geen baan, worstelen met armoede, eenzaamheid en gezondheidsproblemen. Tegelijk hebben we de transitie bijtijds opgepakt en werkende weg neergezet; we hebben ondersteuning georganiseerd die voldoet aan de eisen van deze tijd.

De transformatie is omgeven met grote onzekerheden. Gaat het de organisaties (die van onszelf net zo goed) echt lukken anders te werken? Kunnen mensen zich inzetten voor anderen in de toenemende mate die nodig is? Voldoen de budgetten die het rijk beschikbaar stelt? De tijd zal het leren. Er is veel vertrouwen dat Zaanstad de juiste inzet in de transformatie heeft gekozen en daarom houden we vast aan de gekozen koers. De integrale benadering is niet makkelijk maar lijkt haar vruchten af te werpen. Echter, het kost meer tijd dan voorspeld. Anders werken vergt investeren in vaardigheden, kennis en raakt medewerkers in hun overtuigingen. Dit kost tijd. Hetzelfde geldt voor het vereenvoudigen van werkprocessen, het moet en het kán eenvoudiger.

Ideeën en mogelijkheden zijn er volop. De werkdruk is hoog, waardoor een aantal zaken nog onvoldoende tot wasdom komen, zoals de ontwikkeling van voorliggende voorzieningen en het netwerkend werken. Daarnaast willen we meer vanuit preventie en vroegsignalering werken. Zo’n aanpak kan bij gezondheid (denk aan overgewicht bij kinderen, netwerkvorming huisartsen en sportvereniging) en arbeidsmarkttoeleiding (versterken relatie met onderwijs) een groot verschil maken. In deze begroting maken we hiervoor incidenteel de benodigde middelen vrij. Op termijn moeten we beoordelen of een deel structureel nodig is. Nieuw beleid is dat we investeren in een netwerk om signalen van groepen en individuen die zich afkeren van de samenleving op te vangen.

We trekken extra geld uit voor de uitvoering van de participatiewet, omdat we de groep mensen met een arbeidsbeperking duurzaam aan het werk willen krijgen. Hetzelfde geldt voor de mensen met een zware psychische aandoening die voorheen begeleid woonden, maar zich nu zelfstandig moeten redden in de wijken. Het nieuwe verdeelmodel van het rijk voor de uitvoering van zorg- en participatietaken pakt gunstig uit voor Zaanstad en biedt de hoognodige ruimte om de investeringen in de participatie van deze groepen mensen te doen.

Op het terrein van onderwijs kiezen we voor vernieuwing en investeren in onderwijshuisvesting door extra geld uit te trekken. Goede scholen dragen bij aan de aantrekkelijkheid van de buurt waar zij in staan. Met de onderwijsagenda geven we handen en voeten aan de ambitie om mensen een leven lang te laten leren. We verbinden in die agenda het onderwijs met jeugdzorg, om zo bij te dragen aan de beste ontwikkeling van kinderen en jongeren.

De toestroom van vluchtelingen naar Europa is een zorg. Zaanstad draagt extra bij aan de opvang en ondersteuning van vluchtelingen in de stad.

Woonlasten gelijk
Ambitie is om de woonlasten van onze inwoners te verlagen. Daarom verhogen we de gemeentelijke tarieven, met uitzondering van de leges, dit jaar niet, ook niet met een inflatiecorrectie. Met verbetering van de woningvoorraad, verbetert de energiezuinigheid van de woningen. De energielasten gaan dan omlaag, wat bestedingsruimte op kan leveren. Zaanstad investeert ook in een regionaal warmtenet waarbij zoveel mogelijk restwarmte wordt ingezet voor de verwarming van huizen en water. De verwachting is dat dit op termijn voordeel oplevert voor huishoudens.

Investeren in de stad
Een aantrekkende economie kan zorgen voor extra werkgelegenheid. Daar moeten we klaar voor zijn: we willen snel inspelen op de behoefte van bedrijven die willen uitbreiden of zich hier willen vestigen. We willen bedrijven met veel werkgelegenheid en weinig milieubelasting aan ons binden. In deze begroting trekken we geld uit om te investeren in toerisme. We beginnen met de marketing, herkenbaarheid van de stationsnamen voor bezoekers en toeristen en een kwaliteitsimpuls voor de evenementen. Vraag is hoe we de Zaanbocht voor toeristen beter kunnen verbinden met Zaandam Centrum en de andere kwaliteiten in de stad? Hoe kunnen we op termijn de Zaanse Schans uitbreiden en een museumkwartier realiseren om zo de aantrekkelijkheid verder te vergroten.

Ruimte voor wonen en werken vraagt om stedenbouwkundige ontwikkelingen en ingrepen die soms pas op langere termijn zichtbaar effect hebben. We willen een divers én voldoende aanbod van goede woningen. Hoe vergroten we de kwaliteit van de woningvoorraad? Wat is de oplossing voor de funderingsproblematiek? Kunnen we daar meer gezamenlijk verantwoordelijkheid voor nemen? Hier hebben we hulp en inzet van andere overheden bij nodig. Dat vraagt om geven én nemen. De bevolking groeit en we willen de bedrijvigheid laten. Waar realiseren we de groei van de woningvoorraad?

Het verkeer loopt op sommige plekken in de stad vast, het spoor en de provinciale weg  doorsnijden delen van de stad. Hoe kunnen we de ontsluiting van en in de stad (verder) verbeteren? Hoe krijgen we een ongelijkvloerse oplossing voor de kruising tussen spoor en weg bij de Guisweg? Hoe kunnen we andere partijen overtuigen mee te financieren? Hoe biedt gebiedsontwikkeling daar een oplossing?

We maken een agenda als antwoord op deze en andere vragen. Over de invulling van (onderdelen van) de agenda gaan we met betrokkenen en partners in gesprek. We onderzoeken ieders belang en gaan met elkaar op zoek naar goede verbinding van die belangen. We zijn ervan overtuigd dat ’een open gesprek over een heldere agenda tot de beste kwaliteit van leven in de stad leidt.

De toekomst is Zaans
De Zaanse identiteit is de flexibele constante in de toekomst van Zaanstad. We willen onze Zaanse identiteit behouden en tegelijk opnieuw vorm geven. Elementen van die identiteit zijn industriële iconen naast kleine Zaanse huisjes en de Zaanbocht in Wormerveer. We zien “dingen maken” en ‘flirten’ met het Zaanse oertype, zoals het Intellhotel en het stadhuis. Zaans is ook “doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg” en tegelijkertijd uitpakken in de Zaanse houtbouw door prachtig houtsnijwerk en valse voorgevels. De gemeenschapszin is groot: grote stad met de sociale cohesie en veiligheid van een dorp. En wij zien dat je Zaans kunt worden; wie zich verbindt aan Zaanstad, wordt opgenomen in de Zaanse gemeenschap en krijgt een Zaanse identiteit.

Het koesteren, versterken en vernieuwen ervan, kan ons op twee manieren helpen. In de eerste plaats biedt een sterke Zaanse identiteit iedereen die hier woont of werkt de mogelijkheid zich te identificeren met Zaanstad en de andere mensen die hier wonen of werken. In de tweede plaats biedt de Zaanse identiteit ons de kans ons te onderscheiden van anderen, om kwaliteit toe te voegen. Wie we hier zijn, en wat we hier hebben, is nergens anders.

We hebben mensen en bedrijven iets bijzonders te bieden; laten we dat doen.

1.2 Financiële hoofdlijnen

De begroting 2016-2019 komt tot stand in een context voorzichtig herstel van de Nederlandse economie. De laat zich zien in een lichte economische groei waarbij het begrotingstekort van het Rijk terugloopt en de werkloosheid afneemt. Tegelijkertijd waarschuwt het kabinet wel voor te veel optimisme.

Meerjarenraming 2016-2019
Vertrekpunt voor de meerjarenraming is het financieel perspectief uit de Kadernota 2016-2019.

Bedragen (x € 1.000)

2016

2017

2018

2019

Kadernota 2016-2019

-764

1.448

2.750

263

Algemene uitkering en WWB

-1.292

24

-472

-2.147

Autonome ontwikkelingen

261

189

189

189

Bijstelling van bestaand beleid

-839

-280

-379

-365

Beleidskeuzes

1.585

1.148

788

1.083

Begrotingsopgave

-1.049

2.529

2.876

-977

Egaliseren begroting via jaarrekeningresultaat

1.049

-2.529

-2.876

977

0

0

0

0

Tabel 1: meerjarenraming 2016-2019

Het financiële beeld stabiliseert na jaren van forse bezuinigingen. Ten opzicht van de Kadernota 2016-2019 wijzigt het begrotingsbeeld nauwelijks. Evenals bij de kadernota voorzien, vraagt de meerjarenraming een incidentele oplossing in 2017 en 2018. Daarom wordt voorgesteld € 3,4 mln. in te zetten uit het budget dat via het jaarrekeningresultaat 2014 in eerste instantie is gereserveerd voor Maak.zaanstad.

De meerjarenraming wordt hierna op hoofdlijnen toegelicht. De begrotingswijzigingen zijn per programma in deze begroting te raadplegen.

Algemene uitkering en WWB
Op 1 juni is de meicirculaire gemeentefonds 2015 beschikbaar gekomen. Het gemeentefonds is de grootste inkomstenbron van de gemeente. Met de meicirculaire 2015 informeert het ministerie van Financiën gemeenten over de omvang en de verdeling van de algemene uitkering, de integratie- uitkering Sociaal domein en de decentralisatie- en (overige) integratie uitkeringen voor het jaar 2015 en volgende jaren. Via een raadsinformatiebrief over deze circulaire is de raad vooruitlopend op de begroting al geïnformeerd over de financiële gevolgen voor Zaanstad.

Bedragen (x € 1.000)

2016

2017

2018

2019

Accres en overige bijstellingen

-1.580

-359

-1.002

-2.674

Herverdeeleffect herijking AU

777

596

251

174

Taakmutaties

13

0

0

0

Integratie-uitkering Sociaal domein

-4.460

-7.316

-7.940

-8.354

Decentralisatie- en integratie-uitkering

-3.802

-2.482

-2.541

-2.541

Bijstelling baten

-9.052

-9.561

-11.233

-13.395

Bijstelling lasten IU Sociaal domein

4.460

7.316

7.940

8.354

Bijstelling lasten cumulatieregeling

-422

-497

-210

-145

Bijstelling lasten decentralisatie- en integratie-uitkering

3.593

2.276

2.338

2.338

Bijstelling lasten

7.631

9.095

10.069

10.547

Al verwerkt bij kadernota

419

440

452

471

Bijstelling WWB

-290

50

240

230

Algemene uitkering en WWB

-1.292

24

-472

-2.147

Tabel 2: algemene uitkering en WWB

Accres
De meicirculaire laat een forse daling van het accres[1] zien, maar in Zaanstad wordt dat gecompenseerd door de groei en verdichting van de stad. De wijzigingen op het budget BUIG zijn minimaal.

Decentralisatie- en integratie-uitkeringen
Onderstaande tabel geeft inzicht in de wijze waarop de middelen voor bestaande taken worden bijgesteld en ingezet.

Bedragen (x € 1.000)

2016

2017

2018

2019

WMO

285

285

285

285

Bodemsanering

1.656

1.660

1.663

1.663

Huishoudelijke hulptoelage

1.500

0

0

0

Vrouwenopvang

-64

-65

-6

-6

Maatschappelijke opvang

216

397

397

397

Decentralisatie- en integratie-uitkeringen

3.593

2.276

2.338

2.338

Tabel 3: decentralisatie- en integratie-uitkeringen

De bedragen van de decentralisatie-uitkering voor de WMO zijn aangepast voor prijs en volume. Daarnaast zijn de maatstaven aangepast hetgeen leidt tot herverdeeleffecten. Voor 2017 is de verdeling van het macrobudget naar gemeenten nog niet bekend en is het bedrag gelijk gehouden aan 2016.
In de meicirculaire 2015 is door het rijk aangekondigd dat gemeente Zaanstad over de jaren 2016-2020 wederom een decentralisatie uitkering bodem ontvangt. De decentralisatie uitkering wordt voor de jaren 2016-2020 ingezet. Daarom worden de onttrekkingen aan de reserve bodem voor die jaren teruggedraaid. Er ligt een planning en bestedingsplan aan ten grondslag.
De huishoudelijke hulptoelage wordt aan gemeenten beschikbaar gesteld voor het stimuleren van de vraag naar huishoudelijke hulp, teneinde zoveel mogelijk volwaardige werkgelegenheid te behouden. Deze decentralisatie-uitkering was al aangekondigd in de raadsinformatie brief “September en december circulaire gemeentefonds 2014”.
In 2016 wordt het budget voor vrouwenopvang op advies van de Raad financiële verhoudingen gewijzigd in de historische verdeling. Vanaf 2018 is wel sprake van verdeling volgens het objectieve model.
Het macrobudget voor maatschappelijke opvang niet gewijzigd. De verdeling over de gemeenten is wel aangepast. Vanaf 2017 geldt een volledig objectief verdeelmodel.

Integratie-uitkering sociaal domein
Vorig jaar werd nog gesproken over het sociaal deelfonds, met een bestedingsverplichting binnen het sociaal domein. Bij de septembercirculaire 2014 is de bestedingsvoorwaarde vervallen en daarmee is de uitkeringsvorm veranderd in een integratie-uitkering en heet nu de integratie-uitkering Sociaal domein.

De totale omvang van deze integratie-uitkering (macrobudget) is € 10,1 mld. in 2015 en daalt naar € 9,2 mld. in 2020. Zaanstad is een voordeelgemeente op het gebied van de nieuwe verdeelmodellen voor Jeugd en de voormalige taken in de AWBZ die overgaan naar de Wmo (Wmo 2015). Dit is te zien aan de omvang van de totale integratie-uitkering Sociaal domein voor Zaanstad, die van € 74,5 mln. in 2015 stijgt naar € 78,4 mln. in 2020. Alleen de middelen voor de WSW houden gelijke tred met de landelijke ontwikkeling (een daling van 32% in 2020 ten opzichte van 2015).

Bedragen (x € 1.000)

2015

2016

2017

2018

2019

AWBZ naar Wmo (Wmo 2015)

-25.219

 -30.262

 -31.147

 -31.133

 -31.289

Jeugd

 -33.383

 -32.615

 -32.580

 -33.154

 -33.298

Participatiebudget – P

 -4.818

 -5.066

 -5.214

 -5.531

 -5.783

Participatiebudget – WSW

 -11.167

 -10.298

 -9.468

 -8.697

 -8.129

Integratie-uitkering Sociaal domein

 -74.588

 -78.240

 -78.409

 -78.514

 -78.499

Tabel 4: Integratie-uitkering Sociaal domein – nieuwe budgetten (inclusief correctie cumlatieregeling Jeud en AWBZ naa Wmo)
Onderstaande tabel laat zien hoe het herverdeeleffect uitpakt op de verschillende budgetten.

Bedragen (x € 1.000)

2015

2016

2017

2018

2019

AWBZ naar Wmo (Wmo 2015)

 -400

 -4.375

 -6.025

 -5.927

 -6.056

Jeugd

 324

 231

 -745

 -1.187

 -1.301

Participatiebudget - P

 157

 -388

 -819

 -1.365

 -1.768

Participatiebudget - WSW

 -138

 71

 274

 539

 772

Totaal

 -56

 -4.460

 -7.316

 -7.940

 -8.354

Tabel 5: herverdeel effecten integratie-uitkering Sociaal domein

Het gemeentebestuur gelooft in de aanpak die is gekozen bij de transformatie in het sociaal domein. De kanteling van denken en weken lijkt zijn vruchten af te werpen. Tegelijkertijd zijn er nog veel onzekerheden en vraagt de omslag ook de komende jaren nog veel energie.

Per 1 januari 2015 is de gemeente van start gegaan met de uitvoering van de nieuwe taken op gebied van WMO, Jeugdzorg en Participatie. Hoewel de eerste indruk voorzichtig positief is zijn de onzekerheden op dit moment nog groot. Dat geldt voor het behalen van de resultaten, het bereik van de zorg, bekendheid met de populatie, de werking van het systeem en de omvang van de bekostiging. Daarnaast zien we dat transformeren een kunst op zich is. De aanpassingen van de systemen die de andere manier van werken ondersteunen verloopt allesbehalve soepel en leidt tot onverantwoorde hoge administratieve druk bij partners en gemeente. Van betrokken medewerkers wordt een substantieel andere manier van werken verwacht waar de een beter toe in staat is dan de ander. De complexiteit van het werk van de professionals in de uitvoering, is door de nieuwe taken fors toegenomen. Deze nieuwe kennis en vaardigheden eigen maken, kost tijd, meer dan gedacht. Desondanks  gelooft het gemeentebestuur in de ingezette transformatie van deze taken, maar met elkaar moeten we de komende jaren goed vinger aan de pols houden.

Zaanstad is voor de bekostiging een “voordeelgemeente”. Op basis van de meicirculaire ontvangt Zaanstad circa  € 8 mln. meer per jaar de komende jaren. Het is zowel voor de zorgvragers als de gemeente van groot belang dat de transformatie wordt doorgezet. De laatste jaren hebbende invoering van de Wmo en Jeugdzorg veel aandacht gehad in Zaanstad. Dat is niet zonder resultaat. Landelijk wordt Zaanstad gezien als een voorbeeldgemeente. De invoering van de Participatiewet is achtergebleven. Daar wordt de komende jaren meer op geïnvesteerd. Samen met extra aandacht voor het versterken van de uitvoering en de vereenvoudiging van processen  kunnen we ook op langere termijn goede ondersteuning  bieden binnen het financiële kader.
Concreet wordt gedacht aan:

  1. Versterken van de frontlijn
  • Inzetten op preventie zodat de kosten ook op lange termijn beheersbaar blijven. Dit kan door de relaties met de sportverenigingen en het onderwijsveld te versterken. Veel zorgkosten komen nu voort uit ongezond gedrag in de jeugd en vroege volwassenheid.
  • Meer ruimte om te onderzoeken en experimenteren voor een effectieve aanpak van complexe vraagstukken als 16 plus.
  • Andere manieren werken met eigen verantwoordelijkheid voor de professional.
  • De uitvoeringskosten in Zaanstad zijn laag en belemmert op onderdelen ook een goede uitvoering. Daarnaast willen we de relaties met andere verwijzers als huisartsen, scholen etc. versterken.
  • Meer ruimte  voor het ontwikkelen en organiseren van voorliggende voorzieningen, op wijkniveau en waar nodig bovenwijks.
  • Faseren van taakstellingen die op dit moment ten koste gaat van de kwaliteit de ondersteuning of de mogelijkheden tot innoveren te zeer beperken.
  • Versterken van de professionaliteit en kwaliteit van werken aan de voorkant.
  1. Vereenvoudiging en verhogen kwaliteit van processen
  • Inzetten op een informatiesysteem dat overzichtelijke data creëert voor alle betrokken partijen. Ook kan data worden ingezet voor vroegsignalering, preventieve inzet en voor directe feedback op interventies.
  • Verder vereenvoudigen van processen zodat de ervaren administratieve lastendruk wordt verlaagd.
  • Onderzoeken of het verminderen van het aantal ingangen voor de zorg kan worden verminderd.
  • Er is een perverse prikkel tussen de WMO en Wlz. Dit vraagt een goede inzet van de wijkverpleegkundige en een beïnvloeding van het kabinet.
  1. Excellente uitvoering participatiewet
  • Realisatie van een voorziening voor mensen die (voorlopig) niet deel kunnen nemen aan het reguliere arbeidsproces volgens de prinicipes op maat en nabij
  • Integrale aanpak toeleiding werk voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt en met focus op jong volwassenen
  • Ontwikkeling van instrumenten, vaardigheden en aanpak die past bij deze complexe doelgroep
  • Experimenteerruimte met werkgelegenheidsprojecten door middel van jobcarving bij bestaand werk en het bedenken van nieuw werk.
  • Werkgeversbenadering die stimuleert tot maatschappelijk ondernemen en daarbij ontzorgt
  • Professionalisering van matching tussen vraag werkgever en aanbod werknemer
  • Versterken relatie onderwijs en arbeidsmarkt binnen metropoolregio
  1. Capaciteit en kwaliteit
  • Bovengenoemde sporen vragen om meer capaciteit en kwaliteit.
  • In de kadernota is al gerefereerd dat de huidige uitvoeringskosten met 2% te laag zijn en in de uitvoering tot knelpunten leidt. De uitvoeringskosten worden verhoogd naar 4%.
  • Continu leren is een speerpunt om de kwaliteit nog verder te verbeteren.

De extra financiële middelen zet de gemeente daarom als volgt in de komende jaren:

Bedragen (x € 1.000)

2016

2017

2018

2019

Capaciteit voor uitvoering

     1.500

     2.400

     3.000

     2.500

Versterken frontlijn

     1.000

     1.915

     2.000

     1.853

Inzet participatie

        461

     1.000

     1.500

     2.500

Vereenvoudiging proces

     1.500

     2.000

     1.440

     1.500

Investeren in de transformatie van sociaal domein

     4.461

     7.315

     7.940

     8.353

Tabel 6: voorstel investeren in de transformatie van het sociaal domein

Het gemeentebestuur gelooft in de achterliggende gedachte van de decentralisaties in het maatschappelijk domein en de wijze waarop we dat in Zaanstad hebben georganiseerd. We zijn ervan overtuigd dat dit op termijn zowel maatschappelijk als financieel rendement zal opleveren.
Tegelijkertijd is de gekozen aanpak nog sterk in ontwikkeling. Daarom is de inzet van bovengenoemde middelen meerjarig niet in beton gegoten. Jaarlijks moet worden beoordeeld of maatregelen effectief zijn en wat het maatschappelijk en financieel rendement is van de genomen maatregelen. Indien er financiële ruimte ontstaat in de begroting van Zaanstad, kunnen de middelen breder worden ingezet voor de gemeente.

Autonome ontwikkelingen
In deze begroting houden we rekening met een aantal autonome ontwikkelingen dat op ons afkomt. Het gaat hierbij om een bijstelling van de regiobijdrage aan de VrZW en een toename van de  waterschapslasten die het hoogheemraadschap aan de gemeente doorbelast.  Daarnaast is in juni via de circulaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken bekend gemaakt dat de vergoedingen voor raadsleden en B&W met ingang van 1 januari 2015 zijn aangepast.

Bijstellingen van bestaand beleid
Naast autonome ontwikkelingen stellen we de begroting voor het beleid dat al in uitvoering is op diverse onderdelen bij. We noemen hier alleen de wijzigingen met een effect boven de € 100.000.

De opbrengst uit reclamegelden wordt in deze begroting bijgesteld omdat geen rekening is gehouden met de BTW. Naar aanleiding van de meerjarenbegroting Baasntede wordt de gemeentelijke bijdrage omlaag bijgesteld. Daarnaast is bij de Burap 2015 voorgesteld een reserve te vormen voor de herstructurering van Baanstede. De herstructurering kost meer tijd waardoor de inzet van de middelen anders worden gespreid. Door dit via een reserve te dekken, geeft dit rust in het begrotingsbeeld.
In de kadernota wordt altijd een raming opgenomen voor loon- en prijscompensatie. Deze is voor de begroting definitief doorgerekend en verwerkt en laat een positief resultaat zien. Op de rente verwachten we een voordeel vanaf 2018. Als gevolg van de lage kapitaalmarktrente wordt vanaf 2018 rekening gehouden met een verlaging van de rentelasten. Er wordt rekening gehouden met een stijging van de opbrengst leges omgevingsvergunningen door de verwachte toename in het aantal aanvragen om vergunningen. En door een verwachte toename van het aantal af te geven paspoorten en reisdocumenten wordt ook bij burgerzaken een hogere legesopbrengst verwacht.

Beleidskeuzes
In deze begroting zetten we in op een aantal lijnen zoals verwoord in het eerste deel van dit hoofdstuk. Dit vertaald zich in de volgende beleidskeuzes.

Bedragen (x € 1.000)

2016

2017

2018

2019

1 Jeugd en zorg

Investeren in transformatie van sociaal domein

4.461

7.315

7.940

8.353

Inzet budgetruimte sociaal domein

-4.460

-7.316

-7.940

-8.354

2 Werk, inkomen en economie

Uitvoering strategische agenda werkgelegenheid

433

233

233

0

Inzet investeringsreserve werkgelegenheid

-433

-233

-233

Stimuleren toerisme

550

0

0

0

Uitvoeringsbudget detailhandelsvisie     

100

100

100

100

3 Maatschappelijke voorzieningen

Onderwijshuisvesting (IHP)

291

354

438

733

Vluchtelingen

250

250

0

0

Inzet ARS voor vluchtelingen

-250

-250

0

0

Sportstimulering

38

38

38

0

Inzet reserve NASB

-38

-38

-38

0

4 Ruimtelijke en gebiedsontwikkeling

Wonen

250

100

0

0

Stationsnaamwijziging

0

200

0

0

Nieuwe Omgevingswet

150

150

150

150

Restauratiebegeleiding monumenten

100

100

100

100

6 Beheer buitenruimte

Milieuvriendeiljke onkruidbestrijding

144

144

0

0

Beleidskeuzes

1.586

1.147

788

1.082

Tabel 7: beleidskeuzes begroting 2016-2019

De begroting van Zaanstad bedraagt 2016 ruim € 450 mln. Het college stelt voor om komend jaar extra te investeren in het sociaal domein door € 450.000 oplopend tot € 2,5 mln. te gebruiken voor het duurzaam aan het werk krijg van mensen met een arbeidsbeperking en € 4 mln. in de transformatie van het sociaal domein (processen eenvoudiger en goedkoper maken voor burgers en instellingen, investeren in netwerken van professionals en andere betrokkenen, etc.).
Het college stelt ook voor om te investeren in het versterken van toerisme door het budget voor evenementen, toerisme en streekmarketing te verhogen met € 550.000 en € 100.000 toe te voegen aan de restauratiebegeleiding bij monumenten. De wens is om € 541.000 (inclusief € 250.000 uit de kadernota) toe te voegen aan het budget voor onderwijshuisvesting. Veel mensen kijken of er een goede school is als ze zich in een nieuwe wijk willen vestigen en goede gebouwen kunnen zo een vliegwiel voor wijkontwikkeling zijn. Bovendien is het voorstel € 250.000 extra in te zetten voor verbetering van de woningvoorraad. Voor de net vastgestelde detailhandelsvisie is € 100.000 uitvoeringsbudget nodig en beschikbaar. Tot slot wil Zaanstad eerder dan wettelijk voorgeschreven op een milieuvriendelijke wijze onkruid bestrijden, dat vraagt € 144.000.

Egaliseren begroting via jaarrekeningresultaat
Het meerjarenperspectief van de kadernota liet nog een incidenteel tekort zien op de begrotingsjaren 2017 en 2018. Daarbij is het voorbehoud gemaakt dat als dit niet binnen het begrotingsbeeld kan worden opgevangen, incidenteel gebruik wordt gemaakt van het jaarrekeningresultaat 2014. Daarom wordt in deze begroting voorgesteld € 3,4 mln. in te zetten uit het budget dat via het jaarrekeningresultaat 2014 in eerste instantie is gereserveerd voor Maak.zaanstad.

Investeringsfonds
Bij deze begroting wordt het MPG 15.2 aangeboden. Onderdeel daarvan is de actualisatie van het investeringsfonds. In dit MPG wordt de voeding geactualiseerd en de planning van lopende projecten aangepast. Daarnaast wordt een voorstel gedaan budget te reserveren voor twee nieuwe projecten, inhoudende:

  1. € 110.000 te reserveren in het investeringsfonds als cofinanciering voor het aanleggen van een fiets- en voetgangersbrug (totale kosten € 330.000)
  2. € 268.000 te reserveren in het investeringsfonds als investeringsbijdrage aan het realiseren van museumfunctie op het Hembrugterrein (Hembrugcollectie in het transformatorhuis)

In het MPG is een nadere toelichting op deze nieuwe voorstellen opgenomen.

[1] De ontwikkelingen van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van rijksuitgaven (netto gecorrigeerde rijksuitgaven; NGRU). Volgens de normeringssystematiek (trap op trap af) hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de omvang van de algemene uitkering. De jaarlijkse toe- of afname van het gemeentefonds, voortvloeiend uit de normeringsystematiek, wordt het accres genoemd.