Aandeel in het totaal
Portefeuillehouder: J. Olthof
Verantwoordelijk directeur: D. Stuurman
Programma doelstelling en rol van de gemeente
Zaanstad is een sociale gemeente waarin kinderen en jongeren gezond en veilig kunnen opgroeien en waar bewoners zich actief inzetten. Veel inwoners doen dat zonder hulp of inbreng van de gemeente. Voor bewoners die dat nodig hebben, is er passende ondersteuning; laagdrempelig en waar mogelijk dichtbij in de wijk. Onder andere in de vorm van Sociale Wijkteams (SWT’s) en Jeugdteams (JT’s) en verschillende vormen van maatschappelijke of inkomensondersteuning. Het doel is dat iedereen kan participeren, op eigen wijze en naar vermogen. Sinds 1 januari 2015 heeft de gemeente de verantwoordelijkheid voor het beleid en de uitvoering van de zogenoemde decentralisaties op het gebied van de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet. Zaanstad vult deze nieuwe taken op een andere manier in dan voorheen gebruikelijk was. De bewoner en zijn situatie staan centraal bij het zoeken van een evenwicht tussen optimale kwaliteit van zorg en het beschikbare budget. Samen met hulpvragers wordt gekeken naar wat nodig is. Soms vinden zij zelf al een oplossing samen met hun netwerk en/of vrijwilligers. Soms hebben zij ondersteuning, hulp of behandeling door professionals nodig. Deze nieuwe manier van werken betekent dat we hulpvragen minder vaak overnemen. We richten ons erop dat bewoners de regie over hun eigen leven terug krijgen of houden. We proberen mensen die hulp zoeken op een laagdrempelige manier te ondersteunen bij het vinden van passende oplossingen. Hierbij staan centraal: • Preventie: wij zijn alert op signalen van ongewenste en problematische ontwikkelingen en voorkomen problemen of hulpvragen zo veel mogelijk • Zelfstandigheid: wij stimuleren dat mensen binnen hun eigen netwerk oplossingen zoeken voor hun problemen of hulpvragen. Ook stimuleren we dat mensen anderen in hun omgeving helpen • Ondersteuning op maat: mensen voor wie het informele netwerk geen of onvoldoende hulp biedt kunnen een beroep doen op ondersteuning. Dat kan laagdrempelig en dichtbij. De Sociale Wijkteams en Jeugdteams bekijken samen met de bewoner/het gezin welke hulp nodig is • Vangnet: voor de kwetsbaarste groepen is er een betrouwbaar en kwalitatief hoogwaardig vangnet. In de Zaanse aanpak en strategie voor de transformatie ligt een sterke focus op samenwerken, proberen, leren, ontwikkelen en verder transformeren. Gaandeweg leren we wat werkt om onze visie te realiseren. We gaan uit van de menselijke maat en leveren maatwerk waar mogelijk en nodig. Dit vraagt veel van alle betrokken partijen, ook buiten de gemeente. Het vraagt vooral vertrouwen en tijd. Daarom moeten we in ons leerproces en in onze nieuwe manier van werken voorkomen dat we terugvallen op regels en het overreageren op risico’s. Dit kan innovatie remmen en leiden tot stijgende kosten en een versnippering van onze inspanningen. Het is van belang dat we de risico-regelreflex tijdig in ons eigen gedrag herkennen en leren hoe we hiermee moeten omgaan.
Wat willen we bereiken en wat gaan we daarvoor doen?
Preventie
Kinderen en jongeren groeien in Zaanstad gezond en veilig op tot zelfstandige mensen. Volwassenen nemen verantwoordelijkheid voor een gezonde levenswijze.
Effectindicator | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Begroting | Streef- | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|
Ouders beoordelen de gezondheid van hun kind (0-12 jaar) als goed tot zeer goed | 96% (2011) | n.v.t. | 96% | 96% | 96% | GGD (wordt 1x per 4 jaar gemeten) |
Percentage volwassenen dat de eigen gezondheid een voldoende geeft | 88% (2013) | 86% | 88% | 88% | 88% | Zaanpeiling |
Jongeren beoordelen eigen gezondheid als voldoende tot heel goed | 97,5% | 97% | 98% | 98% | EMOVO onderzoek 14-en 16-jarigen GGD ZW (wordt jaarlijks gehouden) | |
Percentage jongeren in klas 2 met (ernstig) overgewicht | 19% (2013) | 19% | 17% | 15% | Jaarrapportage JGZ GGD Zaanstreek-Waterland | |
Aantal jeugdigen waar een Onder Toezicht Stelling (OTS) voor geldt | 155 (eind 2012) | 106 (eind 2014) | n.v.t.* | n.v.t.* | Rapportage Jeugdbescherming Amsterdam (JBRA; voorheen BJAA) | |
Aantal jeugdigen dat in het kalenderjaar uit huis wordt geplaatst (UHP) | n.n.b. op gemeenteniveau | n.n.b. op gemeenteniveau | n.v.t.* | n.v.t.* | Rapportage Jeugdbescherming Amsterdam (JBRA; voorheen BJAA) |
Om deze doelstellingen te bereiken leveren we de volgende prestaties
Veilige basis voor ieder kind
De opvoeding en verzorging van hun kind(eren) ligt als vanzelfsprekend bij de ouders. De gemeente zorgt met de vijf Centra Jong voor informatie, diensten en voorzieningen die ouders helpen bij het opvoeden en het goed laten opgroeien van hun kinderen. Voorzieningen in de wijken en buurten dragen bij aan het welbevinden van de jeugd. De gemeente stimuleert en ondersteunt initiatieven van bewoners, ouders en jongeren zelf. Wij informeren kinderen en jongeren over hun eigen gezondheid en veiligheid. Daarbij stemmen wij zo veel mogelijk af met instellingen waar kinderen veel tijd doorbrengen, zoals kinderopvang en scholen. Wij zorgen ook voor deskundigheidsbevordering bij opvang- en onderwijsprofessionals, onder andere om met ouders in gesprek te gaan over zorgwekkende signalen van en over hun kinderen. Waar nodig kunnen ouders en jeugdigen terecht bij de Jeugdteams voor hulp en ondersteuning. De preventieve inzet draagt er aan bij dat minder kinderen in een onveilige situatie opgroeien, dat minder gezinnen met een ‘ondertoezichtstelling’ te maken krijgen en dat minder kinderen uit huis worden geplaatst. Indicatoren hierover zijn opgenomen in de tabel met effectindicatoren.
Prestatie-indicator |
Nulmeting |
Realisatie 2014 |
Begroting 2015 |
Begroting 2016 |
Streefwaarde |
Bron |
---|---|---|---|---|---|---|
Aantal themabijeenkomsten opvoedondersteuning in en rond de Centra Jong |
100 |
99 |
100 |
100 |
100 bijeenkomsten |
GGD Zaanstreek-Waterland |
Activiteiten
-
Zorgdragen voor opvoedondersteuning
-
Zorgdragen dat de Jeugdteams jeugdhulp bieden en zo nodig gespecialiseerde hulp inschakelen
-
Integreren van Centra Jong en Jeugdteams
-
Uitvoeren van de Regio-aanpak Veilig Thuis 2015-2018
-
Opstellen actieplan aanpak radicalisering en polarisatie
Risico’s en beheersmaatregelen
Risico |
Toelichting |
Beheersmaatregel |
---|---|---|
Het risico bestaat dat preventie niet iedereen bereikt die daar behoefte aan heeft. |
Dit kan leiden tot meer hulpvragen bij Sociale Wijkteams en Jeugdteams, meer zorgvragen bij de specialistische hulp en eventueel escalatie van problemen. |
De Sociale Wijkteams en Jeugdteams hebben oren en ogen in de wijk en houden een vinger aan de pols waar nodig. De relatie met de kinderopvangorganisaties en scholen wordt geïntensiveerd ten behoeve van het bespreekbaar maken van opvoedings- en gezinsproblematiek. Daarnaast worden bijeenkomsten georganiseerd, bijvoorbeeld over opvoedondersteuning. |
Gezond leven
De eigen gezondheid zien de meeste Zaankanters als een groot goed. De gemeente stimuleert gezond gedrag met gezondheidsvoorlichting en preventieve voorzieningen. Als zich specifieke gezondheidsrisico’s voordoen voor de Zaanse bevolking, speelt de gemeenschappelijke gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD) daar op in, onder andere in samenwerking met de Veiligheidsregio. Wij spannen ons ervoor in dat Sociale Wijkteams, Jeugdteams en huisartsen elkaar in de wijk over en weer weten te vinden vanuit het principe ‘één gezin, één plan, één contactpersoon’. Daarbij is ook de wijkverpleegkundige een belangrijke verbindende schakel tussen het medische en het sociale domein.De gemeente benadert gezondheid zo veel mogelijk integraal. Dat betekent dat ook vanuit andere beleidsterreinen een bijdrage wordt geleverd aan het stimuleren van gezondheid. Zo speelt bijvoorbeeld sport een belangrijke rol, omdat bewegen bijdraagt aan de fysieke gezondheid en het welbevinden van kinderen en volwassenen. Ook de rol van het onderwijs is essentieel, als het gaat om gezonde voeding, water drinken en bewegingsonderwijs.
Prestatie-indicator |
Nulmeting |
Realisatie 2014 |
Begroting 2015 |
Begroting 2016 |
Streefwaarde |
Bron |
---|---|---|---|---|---|---|
De GGD heeft en behoudt het Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector (HKZ) certificaat voor de uitvoering van alle bij haar belegde taken |
n.v.t. |
Ja |
Ja |
Ja |
Ja |
GGD Zaanstreek-Waterland |
Aantal wijken waar de wijkverpleegkundige nauw samenwerkt met het Sociaal Wijkteam |
n.v.t. want nieuwe functie |
n.v.t. |
11 |
11 |
11 |
Periodieke Rapportages Sociale Wijkteams |
Activiteiten
-
Intensivering van het gezondheidsbeleid
-
Doorontwikkeling van het Jeugdgezondheidsbeleid, samen met de GGD, zorgverzekeraars en huisartsen, o.a. de aanpak van overgewicht bij kinderen
-
Sturen op de kwaliteit in de uitvoering van de wettelijk bij de GGD belegde taken en andere wettelijk verankerde gezondheidstaken
Risico’s en beheersmaatregelen
Risico |
Toelichting |
Beheersmaatregel |
---|---|---|
Het risico bestaat dat er onvoldoende afstemming is tussen het medische en het sociale domein. |
Dit leidt mogelijk tot onvoldoende maatwerk voor de inwoners van Zaanstad, extra doorverwijzingen en een versnipperd systeem. |
Er worden afspraken gemaakt met zorgverzekeraars en de (coöperatie van) huisartsen om goede overdracht van gegevens en afstemming te waarborgen. |
De kracht van wijkbewoners
Mensen in Zaanstad kunnen zelfstandig wonen en meedoen aan de samenleving, helpen elkaar en krijgen waar nodig passende ondersteuning. We hebben daarbij niet alleen oog voor de mensen met een hulpvraag, maar ook voor mantelzorgers en vrijwilligers.
Effectindicator | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Begroting | Streef- | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|
Percentage mantelzorgers dat aangeeft zwaar belast te zijn | 4% (2013) | 18% | 4% | 12% | 4% | Zaanpeiling |
Percentage Zaankanters dat aangeeft voldoende contacten met anderen te hebben buiten werk, school of eigen huishouden | 90% (2013) | 88% | 90% | 91% | 92% | Zaanpeiling |
Algemene beoordeling Sociale Wijkteams door cliënten | 3,7 uit 5,0 (2014) | 3,7 uit 5,0 (2014) | 4,0 uit 5,0 (2014) | 4,0 uit 5,0 | Cliëntervaringsonderzoek DSP-Groep | |
Algemene beoordeling Jeugdteams door cliënten | 3,6 uit 5,0 (2014) | 3,6 uit 5,0 | 4,0 uit 5,0 | 4,0 uit 5,0 | Cliëntervaringsonderzoek DSP-Groep |
Om deze doelstellingen te bereiken leveren we de volgende prestaties
Kracht van de wijkbewoners
De inwoners van Zaanstad willen zo veel mogelijk zelfstandig thuis kunnen wonen en meedoen aan de maatschappij. De gemeente biedt ruimte aan initiatieven van inwoners en organisaties die daaraan bijdragen en zorgt daarnaast voor een aanbod van vrij toegankelijke voorzieningen. Dat aanbod is zo veel mogelijk dichtbij, in de wijk, en voor enkele terreinen zoals verslavingshulp, stedelijk georganiseerd. Wij denken mee met inwoners, jong en oud, die er behoefte aan hebben om zaken die niet lekker lopen weer op de rit te krijgen. Dat organiseren wij in de vorm van Sociale Wijkteams en Jeugdteams. Samen met de mensen of gezinnen om wie het gaat kijken zij wat hun vraag of probleem is. Daarna kijken zij wat er nodig is om de regie over het eigen leven te behouden of terug te krijgen. Dit gebeurt op basis van een integraal keukentafelgesprek waarbij breed wordt gekeken naar problemen die een inwoner ervaart. Deze problemen worden waar mogelijk met maatwerk en door het aanspreken van de eigen kracht van een inwoner aangepakt. Ook hebben de Sociale Wijkteams de opdracht om burgerkracht in hun wijken te ondersteunen en te versterken en in te zetten (waar mogelijk) bij het oplossen van ondersteuningsvragen van wijkbewoners. Dit doen zij bijvoorbeeld door met vrijwilligers voorzieningen in de wijk op te zetten waar inwoners zonder indicatie aan deel kunnen nemen. Wij willen als gemeente lerend ontwikkelen en vragen ook van de professionals in onze stad om flexibiliteit en creativiteit in het samen zoeken naar oplossingen en mogelijkheden met bewoners.
Prestatie-indicator |
Nulmeting |
Realisatie 2014 |
Begroting 2015 |
Begroting 2016 |
Streefwaarde |
Bron |
---|---|---|---|---|---|---|
Percentage respondenten met langduriger contacten met sociaal wijkteam dat aangeeft zelf verder te kunnen |
61% |
61% |
62% |
65% |
Cliëntervaringsonderzoek |
|
Percentage jongeren met langdurige contacten met Jeugdteam dat aangeeft zelf verder te kunnen |
n.n.b* |
n.v.t. |
80% |
80% |
Cliëntervaringsonderzoek |
|
Percentage ouders met langduriger contacten met Jeugdteam dat aangeeft zelf verder te kunnen |
70%* |
70%* |
75% |
75% |
Cliëntervaringsonderzoek |
Activiteiten
-
Stimuleren dat de Sociale Wijkteams en Jeugdteams hun werkwijze door ontwikkelen en steeds beter aansluiten bij de vragen en mogelijkheden van inwoners in de wijken, onder andere door het managen van de contracten die zijn afgesloten met de Sociale W
-
Uitvoeren van (cliënten)ervaringsonderzoek
-
Bieden van de mogelijkheid tot cliëntondersteuning, onder meer via ervaringsdeskundigen
-
Zorgdragen dat het aantal mantelzorgers, dat zich overbelast voelt, afneemt.
-
In het kader van de Participatiewet experimenteren met activering van inwoners met een grote afstand tot de arbeidsmarkt met de Pilot Participatie. Daarnaast de inwoners waar mogelijk via participatieplaatsen naar regulier werk begeleiden.
-
Actief monitoren in welke mate Sociale Wijkteams doorverwijzen naar specialistische ondersteuning, voor onder andere maatwerkvoorzieningen vanuit de Wmo en Schulddienstverlening. Waar nodig extra aandacht aan de kwaliteit van deze dienstverlening bes
-
Benutten, aanboren en versterken van netwerken in buurten en wijken.
-
Intensiveren van de samenwerking tussen Jeugdteams en het onderwijs
-
Versterken van de samenwerking tussen huisartsen met de Jeugdteams en Sociale Wijkteams
Risico’s en beheersmaatregelen
Risico |
Toelichting |
Beheersmaatregel |
---|---|---|
Het gebruik van specialistische jeugdhulp blijft hoog |
De route via de huisarts naar specialistische GGZ is vertrouwd voor zowel het onderwijs als ouders. De Jeugdteams worden onvoldoende herkend als laagdrempelige en deskundige voorziening voor hulp en ondersteuning |
Sturing op contracten met specialistische GGZ instellingen; Een stevige samenwerkingsovereenkomst tussen gemeente en huisartsen nastreven en meer investeren in de relatie tussen (zorgcoördinatoren in het) onderwijs en de Jeugdteams |
Risico is dat zorgvragen niet afnemen door te weinig of overbelaste mantelzorgers en vrijwilligers. |
De inzet van vrijwilligers en mantelzorgers is belangrijk bij de het leveren van goede zorg op maat. Als die onvoldoende beschikbaar zijn of overbelast raken, neemt het aantal zorgvragen aan de gemeente waarschijnlijk toe. |
De Sociale Wijkteams en Jeugdteams benaderen de bestaande mantelzorgers actief. Met de hulp van de Sociale Wijkteams, Jeugdteams en andere instellingen onderzoeken wij welke ondersteuning mantelzorgers en vrijwilligers nodig hebben. |
Gespecialiseerde hulpverlening
De gemeente zorgt ervoor dat gespecialiseerde hulp op maat beschikbaar is voor die gevallen waarin ondersteuning door het eigen netwerk, vrijwilligers, het Sociaal Wijkteam of Jeugdteam niet toereikend is. Zodat iedereen, jong en oud, zo goed mogelijk mee kan doen in de samenleving en zo zelfstandig mogelijk kan wonen. Ook dan geldt het principe van één gezin, één contactpersoon, één plan. De indicator die meet in welke mate specialistische hulp bijdraagt aan zelfstandig mee kunnen doen in de samenleving is nog in ontwikkeling en daarom nog niet opgenomen in dit programma. De meting wordt onderdeel van het cliëntervaringsonderzoek dat op dit moment wordt ontwikkeld met cliëntgroeperingen, meerdere gemeenten, de VNG en het ministerie van VWS. Dit onderzoek zal in 2016 voor het eerst beschikbaar zijn, conform de wet.
Effectindicator | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Begroting | Streef- | Bron |
---|
Om deze doelstellingen te bereiken leveren we de volgende prestaties
Specialistische hulp voor wie zelfstandig/thuis woont
De gemeente zorgt ervoor dat specialistische hulp beschikbaar is, en contracteert daarvoor in regionaal verband zorgaanbieders. Dit gebeurt binnen de door de raad vastgestelde uitgangspunten zoals keuzevrijheid voor de cliënt en ruimte voor diversiteit van aanbieders: zowel grote als kleine en zowel bestaande als nieuwe. Ook kunnen mensen kiezen voor een persoonsgebonden budget als zij aan de voorwaarden voldoen. De specialistische hulp wordt ingeschakeld door het Sociaal Wijkteam of Jeugdteam als dat nodig is. Het kan gaan om verschillende vormen van ondersteuning, zoals: • Maatwerkvoorzieningen op grond van de Wmo. Met deze ondersteuning stelt de gemeente mensen in staat langer zelfstandig te wonen en te functioneren als de algemene voorzieningen vanuit de Sociale Wijkteams daarvoor niet toereikend zijn. Het gaat om arrangementen op maat die bestaan uit elementen van bijvoorbeeld individuele begeleiding, groepsbegeleiding/dagbesteding en/of hulp in het huishouden. • Specialistische jeugdhulp op grond van de Jeugdwet. Indien een kind hulp nodig heeft die de Jeugdteams niet kunnen bieden, zorgt het Jeugdteam dat het kind de juiste specialistische hulpverlening ontvangt. Streven is dat het kind tijdens het hulpverleningstraject zo veel mogelijk thuis kan blijven wonen. Indien dit niet mogelijk is kan ook hulpverlening met verblijf een oplossing zijn. De gemeente richt de jeugdhulpverlening zo in, dat we justitiële maatregelen zoals ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen zo veel mogelijk vermijden. Het doel is de cliënt te begeleiden zodat het kind zo veel als mogelijk gewoon mee kan doen. Tevens kan op deze manier worden voorkomen dat het kind opnieuw specialistische zorg nodig heeft. • Specialistische hulp is voor mensen met ernstige problemen die niet zelf tijdig hulp zoeken en voor wie verwaarlozing of achteruitgang dreigt. Het kan zijn dat zij anderen met hun gedrag overlast bezorgen, maar het kan ook zijn dat anderen in de omgeving zich zorgen maken. Signalen worden tijdig en zorgvuldig opgepakt, zodat de situatie weer beheersbaar wordt. De indicatoren die de inzet van specialistische hulp in beeld brengen zijn nog in ontwikkeling. Deze worden onderdeel van de gemeentelijke monitor sociaal domein, die op dit moment wordt ontwikkeld.
Activiteiten
-
Stimuleren dat zorgaanbieders in het sociaal domein werken aan zodanige verbetering van hun dienstverlening dat die beter aansluit bij de vraag van inwoners in de wijken, onder meer door het managen van de contracten met zorgaanbieders
-
Onderzoeken van mogelijkheden om in de ondersteuning van jongeren continuïteit te bieden over de formele grens van 18 jaar heen
-
Nieuwe zorg en ondersteuningsvormen beschikbaar maken, als de resultaten van de gecontracteerde partijen daar aanleiding voor geven
-
Bieden van de mogelijkheid van PGB's, onder voorwaarden
-
Samen met de partners in de stad zorgen voor goede randvoorwaarden waardoor er meer mogelijkheden komen voor langer thuis of zelfstandig wonen, met een goede aansluiting op intramuraal wonen wanneer dat nodig is (in samenhang met programma 4)
Risico’s en beheersmaatregelen
Risico |
Toelichting |
Beheersmaatregel |
---|---|---|
Het risico bestaat dat de mate van toeleiding door Sociale Wijkteams en/of Jeugdteams naar specialistische hulp niet overeenkomt met de werkelijke ondersteuningsbehoefte (“te weinig” of “te veel” doorverwijzing) |
De teams zijn erop getraind om ondersteuningsbehoeften te herkennen en in te kunnen schatten welke ondersteuning nodig is. Het kan echter zijn dat zij die inschatting niet altijd goed maken, of dat mensen met een ondersteuningsbehoefte niet in beeld komen bij het wijkteam. |
Monitoring van het aantal doorverwijzingen naar specialistische ondersteuning. Deskundigheidsbevordering via leertraject en casusbesprekingen. Alert zijn op signalen vanuit bijvoorbeeld specialistische zorgaanbieders. |
Specialistische hulp voor wie (tijdelijk) niet zelfstandig/thuis woont
Naast de hulpverlening waarbij mensen thuis kunnen blijven wonen, is er ook ondersteuning om mensen op te vangen die niet zelfstandig thuis kunnen wonen of dakloos zijn. Voor een deel is deze ondersteuning tijdelijk en erop gericht mensen te laten uitstromen naar een zelfstandige woning en weer zelfstandig te laten meedoen in de samenleving. Het betreft de opvang van vrouwen die slachtoffer zijn van geweld thuis en de opvang van dak- en thuislozen. Ook bestaat de mogelijkheid van zelfstandig of beschermd wonen voor die mensen voor wie een meer permanente vorm van woonbegeleiding noodzakelijk is. Ook gaat het om kinderen die onder toezicht gesteld zijn of uit huis zijn geplaatst ten gevolge van justitiële beslissingen waar de gemeente geen invloed op heeft. De indicatoren die de inzet van specialistische hulp in beeld brengen zijn nog in ontwikkeling. Deze worden onderdeel van de gemeentelijke monitor sociaal domein, die op dit moment wordt ontwikkeld.
Activiteiten
-
Matchen van vraag en aanbod bij wonen en zorg voor kwetsbare groepen. Dit doen wij door onder andere met betrokken partijen zoals corporaties nieuwe afspraken te maken, de vraag bij cliënten op te halen en te sturen via contractmanagement
-
Bevorderen dat minder kinderen in instellingen wonen. Daarnaast, als kinderen niet thuis kunnen blijven, bevorderen dat zij in een gezinssetting kunnen wonen
-
Uitvoeren van Toekomstvisie Beschermd Wonen en in dat kader onder meer de uitstroom naar zelfstandig wonen bevorderen, met begeleiding waar nodig
Risico’s en beheersmaatregelen
Risico |
Toelichting |
Beheersmaatregel |
---|---|---|
Het risico bestaat dat het beroep op woonvoorzieningen toeneemt. |
Voor volwassenen, met name in kwetsbare groepen, kan het beroep op woonvoorzieningen met ondersteuning toenemen. Dit als gevolg van het rijksbeleid, dat mensen meer/langer zelfstandig wonen (extramuralisering). Met betrekking tot jeugdigen is de beschikbaarheid van voldoende pleeggezinnen, met name voor kinderen met specifieke problematiek en leeftijd (met name pubers) een risico. In Zaanstad hebben we wel relatief veel pleeggezinnen, maar niet voor alle categorieën jeugdigen. |
We analyseren of het aanbod van wonen en zorg voor kwetsbare groepen aansluit bij de behoefte en noodzaak, in het kader van de actualisatie van de Woonvisie. Indien nodig kan dit leiden tot nadere maatregelen. We bevorderen dat specialistische jeugdhulpaanbieders meer ‘gezinshuizen’ vormen. |
Armoede opgave
De gemeente streeft ernaar dat iedereen naar vermogen en op eigen wijze kan participeren in de Zaanse samenleving. Een belangrijke opgave is om met bewoners, organisaties, ondernemers en initiatiefnemers in de wijk de armoede onder Zaanse huishoudens zo veel mogelijk te voorkomen, terug te dringen of te stabiliseren. Zaanse huishoudens die armoede of sociale uitsluiting ervaren, kunnen zo de regie over hun leven weer oppakken. Uitgangspunten van de armoedeopgave zijn: • Integraliteit: armoede hangt bijna altijd samen met problemen op andere leefgebieden. Het Sociaal Wijkteam brengt dit met de hulpvrager integraal in kaart tijdens het keukentafelgesprek • Handelingsperspectief: doel is steeds om de hulpvrager instrumenten in handen te geven om de regie op het eigen leven te behouden dan wel terug te krijgen • Signalering en preventie: door goed signalen te herkennen, vroegtijdig te benoemen en op te pakken kunnen we beginnende armoede en/of sociale uitsluiting voorkomen
Effectindicator | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Begroting | Streef- | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|
Aantal huishoudens met een inkomen tot 110% van het wettelijk sociale minimum | 5.562 (2014) (8%) | 5.562 | 5.280 | 5.000 | Armoedemonitor Zaanstad | |
Aantal kinderen in de leeftijd tot 18 jaar dat opgroeit in de verschillende groepen die tot de minimapopulatie behoren | 3.079 kinderen (10% van alle kinderen) (2014) | 3.079 | 2.900 | 2.800 | Armoedemonitor Zaanstad |
Om deze doelstellingen te bereiken leveren we de volgende prestaties
Uitvoeren armoedebeleid
Om de armoedeopgave te realiseren, willen we waar nodig en mogelijk invloed uitoefenen op de lokale uitvoering en uitwerking van wet- en regelgeving. In Zaanstad hebben wij in 2015, naast verkenning, onderzoek en experiment, ook de implementatie van de Participatiewet, de herijking van het minimabeleid en de actualisatie van de schulddienstverlening aangegrepen om een nieuwe Visie en strategie rond Armoede te ontwerpen. Deze Visie en strategie sluiten naadloos aan op de vier pijlers van de drie decentralisaties: eigen verantwoordelijkheid, preventie, integrale benadering en vangnet. De nadruk ligt op het voorkomen van armoede, het activeren naar werk en gerichte ondersteuning waar nodig. Hierbij worden bestaande normen en criteria losgelaten ten behoeve van maatwerk. Hierbij wordt een waardering van maatschappelijke activiteit en een inschatting en weging van rendement meegenomen. De Visie en strategie rond Armoede zullen nog in het najaar van 2015 worden voorgelegd aan adviesraden en Raad. Het jaar 2016 staat in het teken van de organisatie en implementatie hiervan. Het is zaak dat de Sociale wijkteams voldoende capaciteit en kwaliteit hebben om snel en zorgvuldig te kunnen werken op basis van de visie en strategie. De gemeente gaat samenwerken met alle mogelijke partners (maatschappelijk, maar ook commercieel, met het oog op schulddienstverlening) en benut zo veel mogelijk de initiatieven en netwerken rond armoedebestrijding in wijken. Indicatoren voor het armoedebeleid worden momenteel nog ontwikkeld en zullen in de kadernota worden aangeboden.
Activiteiten
-
Implementatie van Visie & strategie Armoede in nauw overleg met het Rijk, het lokale bestuur en maatschappelijk veld. Motie 61 ‘Gratis Openbaar Vervoer voor minima’ en motie 64 ‘Schulddienstverlening’ worden meegenomen in deze besluitvorming.
-
Verdere samenwerking met het onderwijs. Dit betreft zowel het in gesprek gaan met kinderen over hun ervaringen, als het signaleren, informeren en uitvoering geven aan ideeën van kinderen.
-
Voor schuldenproblematiek het vormgeven van preventieve interventies, vroegsignalering en innovatieve werkwijzen.
-
Herijken van het bestaande minimabeleid, vanuit een oplossingsgericht perspectief en ervaringen vanuit het budget Maatwerkondersteuning.
-
Vanuit het integraal perspectief onderzoeken en experimenteren rond de ontwikkeling van werk (in de breedste zin van het woord) als weg uit de armoede.
-
Het borgen van de uitvoering door Sociale Wijkteams en gemeente.
Risico’s en beheersmaatregelen
Risico |
Toelichting |
Beheersmaatregel |
---|---|---|
Onvoldoende capaciteit, kwaliteit en deskundigheid bij de Sociale Wijkteams en Jeugdteams. |
De armoedeopgave zal een groot en wellicht groeiend beroep doen op inzet, kennis en vaardigheden van de wijkteams. Wanneer deze teams onvoldoende capaciteit, kwaliteit en deskundigheid hebben om hiermee om te gaan, kan dit voor een maatschappelijk probleem zorgen. |
- Heldere positionering, afstemming en ondersteuning van en door wijkteams. - Deskundigheid van de Sociale Wijkteams en Jeugdteams bevorderen door middel van opleiding. - Regelmatige benchmark tussen de teams, zodat ze van elkaar kunnen leren. |
Wet en regelgeving ingericht op rechtmatigheid |
We willen naar meer maatwerk voor minima, maar stuiten vaak op wet- en regelgeving die dit niet mogelijk maken. |
-We experimenteren met nieuwe werkwijzen (schuldenproblematiek, budget maatwerkondersteuning) om de grenzen van doelmatigheid en rechtmatigheid te onderzoeken. - We zijn in gesprek met ministeries, rond Agenda Stad en Experimenteerwet en we werken hierin samen met andere gemeenten en maatschappelijke partners. |
Schaamte en frustratie versus vroegsignalering en preventie |
Gevoelig punt is dat bij nadruk op vroegsignalering en preventie er nog geen grondslag is om je met huishoudens te bemoeien. Vanwege het schaamtegevoel en frustratie kan dit een flinke botsing opleveren (tussen systeem- en leefwereld). |
- We werken transparant en nodigen veel betrokkenen uit om samen met ons het beleid vorm en inhoud te geven. - We geven aan dat we iedereen nodig hebben. Dit levert begrip op voor het proces. - We onderzoeken in hoeverre de inzet van ervaringsdeskundigen kan bijdragen aan een betere aansluiting tussen systeem- en leefwereld. |
Perverse prikkels |
Door het loslaten van normen en criteria kan een aanzuigende werking op beleid en voorzieningen ontstaan, terwijl bij maatwerkondersteuning onvoldoende nadruk kan liggen op activering naar werk (uit de armoede). |
De gemeente wil oplossing niet zoeken in nieuwe normen of uitsluitingscriteria, maar zich meer richten op het monitoren van plannen en effecten (maatschappelijk rendement). |
Lasten incl. dotaties |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
---|---|---|---|---|
Originele begroting 2015-2018 |
105.356 |
103.116 |
103.250 |
103.192 |
Structurele effecten Burap |
-68 |
-28 |
-28 |
-28 |
Kadernota |
3.550 |
-324 |
315 |
315 |
Beginstand begroting 2016-2019 |
108.838 |
102.764 |
103.537 |
103.479 |
4.158 |
6.889 |
7.580 |
7.888 |
|
2.235 |
559 |
534 |
534 |
|
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Totale lasten begroting 2016-2019 |
115.232 |
110.213 |
111.651 |
111.901 |
Baten incl. aanwendingen |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
---|---|---|---|---|
Originele begroting 2015-2018 |
-3.112 |
-3.112 |
-3.112 |
-3.112 |
Structurele effecten Burap |
0 |
0 |
0 |
0 |
Kadernota |
-700 |
0 |
0 |
0 |
Beginstand begroting 2016-2019 |
-3.812 |
-3.112 |
-3.112 |
-3.112 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
0 |
0 |
0 |
0 |
|
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Totale baten begroting 2015-2018 |
-3.812 |
-3.112 |
-3.112 |
-3.112 |