Inleiding
Kapitaalgoederen zijn goederen waarvoor investeringen nodig zijn. Het gaat om zaken die daarna regelmatig onderhoud vergen, zoals wegen, gebouwen, riolering en groen. Het onderhoud kapitaalgoederen is van groot belang voor het zo optimaal mogelijk functioneren van de gemeente, onder meer op het gebied van leefbaarheid, veiligheid, vervoer en recreatie.

Openbare Ruimte
Beleidskader
In het coalitieakkoord 2014-2018 is vastgelegd dat de gemeente de komende jaren niet verder op het onderhoud van de openbare ruimte bezuinigt. We lopen de onderhoudsachterstanden de komende jaren niet verder in. Wel zullen bezuinigingen die zijn ingezet in het vorige coalitieprogramma ten uitvoer worden gebracht (zie programmabegroting 2014-2017).

In voorgaande jaren werden vervangingsinvesteringen ingepland voor het garanderen van veiligheid  op basis van technische noodzaak. Voor het inplannen van de investeringen werd vooral gekeken naar de veiligheid en de aanwezigheid van onderhoudsachterstanden. Met de begroting 2016-2019 zien we op landelijk niveau dat de economie weer aantrekt en dat investeringen toenemen en dat er kansen liggen om de werkgelegenheid te stimuleren. Om van deze economische groei te kunnen profiteren streeft de gemeente de komende jaren naar meer synergie met de andere beleidsvelden. De aantrekkende economie in de regio leidt tot een toename van bouwinitiatieven en een toename van investeringen door het bedrijfsleven. Wij koppelen de gemeentelijke middelen zo veel mogelijk aan deze ontwikkelingen om ze te ondersteunen. De gemeente wil op deze manier gelijktijdig met het inlopen van onderhoudsachterstanden, optimaal profiteren van de aantrekkende economie en middels de investeringen in de openbare ruimte hier een bijdrage aan leveren.

Kwaliteits- /onderhoudsniveau
Ten aanzien van het onderhoud van de openbare ruimte worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • Het onderhoud wordt op kwaliteitsniveau B/C uitgevoerd conform de systematiek van de CROW, kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte. Alleen het Inverdan-winkelgebied wordt conform deze systematiek op kwaliteitsniveau A onderhouden.
  • Bij vervanging van de openbare ruimte wordt een deel van de vervangingen op eenvoudige wijze uitgevoerd. Bij dergelijke projecten vinden geen grootschalige aanpassingen meer plaats. Dit houdt in dat de openbare ruimte wordt vervangen zonder de openbare ruimte ingrijpend aan te passen. In het meerjareninvesteringsplan voor de openbare ruimte worden ook de projecten gespecificeerd die in aanmerking komen voor herinrichting. Bij herinrichting passen we de openbare ruimte aan, in overleg met belanghebbenden, aan de eisen van het hedendaagse gebruik.
  • Bij projecten die wel worden heringericht wordt de openbare ruimte zoveel mogelijk ingericht conform de standaarddetails openbare ruimte.

Onderhoudsplan en actuele stand van onderhoud
Het grootste deel van het dagelijks onderhoud wordt uitgevoerd op basis van een beeldbestek.
Het meerjareninvesteringsplan (MIP) wordt jaarlijks geactualiseerd, waarbij we opnieuw kijken naar de prioritering van vervangingsinvesteringen. Bij het opstellen van het MIP hanteren we voor de vervangingsinvesteringen openbare ruimte de volgende criteria:

  • Veiligheid wordt gewaarborgd
  • Opgestarte projecten worden afgerond
  • Er is sprake van een onderhoudsachterstand
  • Er wordt voldaan aan wettelijke eisen (zoals de keur van het hoogheemraadschap)
  • Gemaakte afspraken met samenwerkingspartners worden nageleefd (bijv. subsidieverlenende partijen)
  • Er wordt integraal gewerkt (geen herbestrating als het onderliggende riool slecht is)
  • Vervangingsinvesteringen in de openbare ruimte worden zodanig ingezet dat dit leidt tot het meer private investeringen en een beter toeristisch klimaat in Zaanstad.
  • Er wordt geïnvesteerd in projecten wanneer lagere exploitatielasten kunnen worden bereikt (zoals bij asfalt en verkeersregelinstallaties)
  • Investeringen worden afgestemd op subsidiekansen, zoals de subsidiestromen voor revitalisering van bedrijventerreinen en toerisme
  • Investeringen worden gedaan als milieuwinst te behalen is of om mogelijke milieurisico’s af te wenden
  • Met investeringen wordt gestreefd een zo groot mogelijke doelgroep te bereiken

Financiën
Eind 2014 bedragen de onderhoudsachterstanden in de openbare ruimte € 35,1 mln en dit is € 0,3 mln. lager dan destijds begroot. Met de begroting 2015-2018 is een toename van de onderhoudsachterstanden voorzien van € 0,8 mln. Voor de komende jaren wordt voorzien dat de onderhoudsachterstanden gelijk blijven.
De gemeentelijke methodiek voor de bepaling van de omvang van onderhoudsachterstanden in de openbare ruimte lijkt niet volledig aan te sluiten op methodiek uit de ministeriële Handreiking artikel 12 Financiële verhoudingswet. Omdat dit gevolgen kan hebben voor de gepresenteerde omvang van de onderhoudsachterstand, wil de gemeente dit komend jaar graag nader onderzocht hebben

De afgelopen jaren zijn inkoopvoordelen behaald. De beschikbare financiële ruimte voor vervangingsinvesteringen is de afgelopen jaren daarop aangepast. In een tijd van economische groei, is de verwachting dat de inkoopvoordelen terug gaan lopen. Een financieel risico voor de komende jaren is het in de pas blijven van de aanbestedingsresultaten met het in de begroting gehanteerde indexering. Om die reden zal op basis van daadwerkelijke prestaties gemonitord gaan worden of binnen de beschikbare financiële middelen de doelstelling gerealiseerd kan worden om de onderhoudsachterstanden gelijk te houden.     

In onderstaande grafiek is de ontwikkeling de onderhoudsachterstanden weergeven ten opzichte van de prognoses van de voorgaande begrotingen.

De komende vier jaren zal € 74,7 mln. worden geïnvesteerd in het vervangen van de openbare ruimte. Het  streven erop gericht om vervangingen van de openbare ruimte te dekken vanuit de exploitatie. In het verleden zijn deze vervangingen geactiveerd, wat heeft geleid tot hoge kapitaallasten. De afgelopen jaren is sterk ingezet op het versneld afboeken van lopende activa en de vrijvallende kapitaallasten aan te wenden voor vervangingsinvesteringen.

In onderstaand overzicht wordt de dekking van de vervangingen openbare ruimte weergegeven.

Bedragen x € 1 mln.

2016

2017

2018

2019

TOTAAL

Exploitatie

11,1

11,2

11,4

11,4

45,1

Investering

7,4

7,4

7,4

7,4

29,6

Totaal

18,5

18,6

18,8

18,8

74,7

Riolen
Beleidskader
Met het beleid ten aanzien van het rioolbeheer is vastgelegd in het Verbreed Gemeentelijke Rioleringsplan (vGRP).

In de aangegeven planperiode wordt onderzocht:

  • Op welke wijze de kapitaallasten en kosten voor de rioleringszorg kunnen worden verminderd. Dit onderzoek is inmiddels afgerond.
  • Op welke plaatsen zich in de openbare ruimte wateroverlast zal voordoen als gevolg van  extreme regenval. Dit onderzoek loopt en resultaten worden in het 1e kwartaal van 2016 verwacht.
  • Op welke wijze ten aanzien van bestuursakkoord Water 2010 kan worden ingezet op regionale samenwerking met het hoogheemraadschap en regiogemeenten om te komen tot een doelmatige uitvoering van de rioleringstaak.

De rioleringstaak in Zaanstad krijgt al snel te maken met de slechte kwaliteit van fundering van vooroorlogse woningen. Met het beleidsplan Nieuw Fundament is een nieuwe koers belegd voor de uitvoering van taken door het Gemeentelijk Adviesbureau Funderingsherstel (GAF). Het GAF stemt haar taken af op gemeentelijke investeringen in de openbare ruimte om zodoende hogere kosten voor vervanging van de openbare ruimte zo veel mogelijk te beperken.

Onderhoudsplan en actuele stand van onderhoud
Met het opstellen van het VGRP is opnieuw gekeken naar de hoogte van de onderhoudsachterstanden in de riolering. De onderhoudsachterstanden in de riolering zijn eind 2012 becijferd op € 25 miljoen waarbij er een opgave is om tot en met  2020 190 km aan riolering te vervangen. Eind 2014 is de vervangingsopgave afgenomen tot 134 km. De prognose is dat eind 2019 deze vervangingsopgave tot 2020 is afgenomen tot 30 km.

Financiën
In de periode 2016-2019 zal voor € 57 miljoen het riool worden vervangen en worden verbeterd.

De totale exploitatie voor 2016 bedraagt € 21,9 mln. De gemeente Zaanstad heeft de laatste jaren actief gelobbyd om meer compensatie te krijgen voor bouwen op of in de slappe bodem. Bij de herverdeling van het gemeentefonds is een bedrag voor het cluster riolering toegekend van
€ 587.000,-. Dit bedrag wordt ingezet om de tarieven voor het rioolrecht niet verder op te laten lopen.

Gemeentelijke vastgoedportefeuille

Beleidskader
Het proces om al het gemeentelijk vastgoed onder te brengen bij de afdeling Grondzaken, die zorg draagt voor het beheer en onderhoud, is afgerond. Overigens is het een dynamische vastgoedportefeuille, omdat er altijd panden kunnen worden toegevoegd, verkocht of verhuurd.
De afdeling Grondzaken fungeert als juridisch eigenaar en draagt zorg voor het in goede staat blijven van het casco van de voorzieningen. De gebruiker/huurder draagt zorg voor de exploitatie en het gebruik. Een uitzondering geldt voor de schoolgebouwen.
Alle objecten zijn beoordeeld op hun onderhoudstoestand. De kosten van het noodzakelijk onderhoud worden opgenomen in een Meerjaren Onderhoudsplanning (MJOP). Het saldo van al deze MJOP’s geeft het benodigde onderhoudsbudget voor de gemeentelijke vastgoedportefeuille.
Aan de hand van een aantal vastgestelde criteria (financieel, strategisch en functioneel) is het vastgoed beoordeeld op de bijdrage die het levert in de uitvoering van het gemeentelijk beleid. Dit heeft geleid tot het benoemen van een aantal panden die om die reden in gemeentelijk bezit blijven ('permanent beheer'). Het vastgoed dat in gemeentelijk bezit blijft wordt zoveel mogelijk ‘marktconform’ verhuurd.
Het vastgoed waarmee geen strategische- of beleidsdoelen zijn gediend zal (op termijn) zoveel mogelijk worden afgestoten. Deze objecten worden dan in de categorie 'voorraad' geplaatst en worden verkocht zodra een goede gelegenheid zich voordoet of door deze actief op de markt te brengen.

Kwaliteitsniveau
Het gemeentelijk vastgoed wordt beoordeeld op basis van de norm NEN 2767. Dit normblad beschrijft 6 kwaliteitsniveaus. Daarbij is de conditie van niveau 1 vergelijkbaar met nieuwbouw en betekent niveau 6 sloop.
In Zaanstad is besloten het vastgoed dat in beheer blijft bij de gemeente te onderhouden conform conditie 3. (= redelijk; het verouderingsproces is zichtbaar op gang gekomen).
Vastgoed dat zal worden afgestoten wordt onderhouden conform conditie 5 ( = slecht; het
verouderingsproces is min of meer onomkeerbaar geworden en heeft het gebouw in zijn greep).
Met de toepassing van deze condities wordt bespaard op de onderhoudskosten. Wel is het zo dat bij een eventuele verkoop de opbrengst beïnvloed wordt door een onderhoudsachterstand.

Sporthallen en zwembaden
Een aantal sporthallen en zwembaden in de gemeente is sterk verouderd en afgeschreven. De afgelopen jaren is een uitvoeringsplan vastgesteld door de raad om de verouderde voorzieningen te vernieuwen. Dit heeft geleid tot diverse investeringen. Als gevolg hiervan is begin 2015 de nieuwe sporthal Zaanstad Zuid in gebruik genomen en is de bouw van sporthal De Koog in juli 2015 gestart. De bouw van het nieuwe zwembad Noord zal in 2016 starten. Daarnaast vindt er momenteel onderzoek plaats naar de mogelijkheden tot renovatie van zwembad De Slag. Op de bestaande panden vindt onderhoud plaats volgens de Meerjaren onderhoudsplanning (MJOP). Op de panden die worden vervangen door nieuwbouw, zoals zwembad De Watering, sporthal De Tref en sporthal De Sprong, vindt alleen noodzakelijk onderhoud plaats.

Kunstgrasvelden
De kapitaalgoederen sport vallen ook onder de vastgoed portefeuille. Een uitzondering hier zijn de kunstgrasvelden die wel onder het programma sport vallen. Voor buitensport is de afgelopen jaren een kwaliteitsslag geleverd door onder andere het vervangen van natuurgrasvelden door kunstgrasvelden.

Financiën
Om het vastgoed dat in beheer is bij de afdeling Grondzaken te kunnen onderhouden is voor de huidige portefeuille een jaarlijks budget benodigd van circa € 1,8 mln. Een meerjaren onderhoudsplan vertoont per jaarsnede grote verschillen in benodigde budget. Het ene jaar zijn er grote investeringen (nieuw dak of installaties) terwijl in andere jaren nauwelijks uitgaven zijn t.b.v. het onderhoud.
Om hevige fluctuaties in de jaarlijkse budgetten is er een voorziening waarin de fluctuaties in het jaarlijks onderhoud kunnen worden opgevangen. Daarnaast worden grote levensduur verlengende onderhoudsingrepen zo veel mogelijk geactiveerd.

Onderwijshuisvesting
In tegenstelling tot het overige gemeentelijke vastgoed zijn bijna alle schoolgebouwen niet juridisch in eigendom van de gemeente, maar van de schoolbesturen. Het beheer en onderhoud van deze gebouwen is vanaf 2015 primair de verantwoordelijkheid van de schoolbesturen. Voor in de Huisvestingsverordening genoemde voorzieningen konden de schoolbesturen tot en met 2014 een vergoeding voor de kosten indienen bij de gemeente. Vanaf 2015 ontvangen de schoolbesturen de middelen voor onderhoud rechtstreeks van het Rijk. De huisvestingsverordening is aangepast op deze ontwikkeling. De gemeente blijft verantwoordelijk voor nieuwbouw van onderwijshuisvesting. De plannen hiervoor zijn opgenomen in het Integraal Huisvestingsplan (IHP).