Om de gemeentelijke ambities te ondersteunen investeren we voortdurend in de infrastructuur van onze stad. We vernieuwen de onderwijsgebouwen, zorgen voor goede sportaccommodaties en leggen nieuwe wegen en bruggen aan als deze aan vervanging toe zijn. Enerzijds betreffen dit vervangingsinvesteringen van ons bestaande bezit en anderzijds gaat het om uitbreidingsinvesteringen. Vervangingsinvesteringen worden gedekte in het meerjaren investeringsplan (MIP), uitbreidingsinvesteringen worden opgenomen in het Investeringsfonds. In deze paragraaf worden de ontwikkelingen van beide programma’s op hoofdlijnen toegelicht.
Ontwikkeling kapitaallasten
Zaanstad heeft een ambitieus investeringsprogramma. Dit leidt tot kapitaallasten (rente en afschrijving) in de begroting. Om te voorkomen dat een relatief groot deel van de begroting bestaat uit kapitaallasten, die niet snel beïnvloedbaar zijn, hebben raad en college bij de begroting 2005 besloten om de kapitaallasten te maximeren. Daarbij is een normering van 10% van de begrotingsomvang gehanteerd, hetgeen destijds neerkwam op een maximum aan kapitaallasten van circa € 35 mln. Dit betreft de kapitaallasten die een beslag leggen op de algemenen middelen. Kapitaallasten die worden gedekt via tarieven, reserves of huurinkomsten zijn hier van uitgesloten.
Onderstaande grafiek laat de ontwikkeling van de kapitaallasten zijn ten opzichte van de normering.
Grafiek 1: ontwikkeling kapitaallasten
Sinds 2011 hebben we sturing gegeven aan het investeringsprogramma via investeringsplafonds. Via deze plafonds sturen we op het investeringsvolume, waardoor de kapitaallasten niet ongelimiteerd kunnen groeien. We hanteren plafonds voor:
- Vervanging openbare ruimte
- Onderwijshuisvesting
- Sportaccommodaties
- Bedrijfsmiddelen
De afgelopen jaren is de methodiek behulpzaam geweest in het beheersen van de kapitaallasten. We zijn nu ontwikkelingen op ons afkomen om deze beheersingssystematiek tegen het licht te houden. Er is regelgeving op komst die gemeenten mogelijk gaat verplichten alle investeringen met maatschappelijk nut te activeren. Het gevolg hiervan is dat de kapitaallasten op termijn zullen toenemen. Zaanstad voert juist een beleid waarbij we deze investeringen (meestal in de openbare ruimte) niet activeren maar in een keer opnemen in de exploitatiebegroting. We volgen deze ontwikkelingen op de voet en denken na over de verschillende scenario’s die hierbij mogelijk zijn. Dit zal bij de kadernota terugkomen.
De extra investeringen die worden gedaan om de ambities op het gebied van onderwijshuisvesting waar te maken vragen ook om een herijking van het investeringsplafond dat in het verleden voor onderwijsinvesteringen werd gehanteerd. Ook dit betrekken we bij het uitwerken van scenario’s. De actualisatie IHP 15.2 is in het investeringsprogramma van deze begroting verwerkt.
In het kader van het continu verbeteren van de bedrijfsvoering investeren we in nieuwe software waarmee alle investeringen geautomatiseerd worden opgenomen in de begrotingsadministratie. We verwachten bij de kadernota met een uitgewerkt voorstel te komen waarin bovenstaande scenario’s zijn verkend en een beheersingssystematiek wordt voorgesteld.
Uitbreidingsinvesteringen
Uitbreidingsinvesteringen worden integraal afgewogen in het Investeringsfonds. Het financieel kader daarbij wordt bepaald door de omvang van het fonds. Dit betekent dat als de voeding afneemt, de ruimte voor nieuwe investeringen wordt beperkt. In dat geval kunnen nieuwe investeringen alleen plaatsvinden, door anders te prioriteren of ambities bij te stellen.
In deze begroting wordt voorgesteld::
- € 110.000 te reserveren in het investeringsfonds als cofinanciering voor het aanleggen van een fiets- en voetgangersbrug (totale kosten € 330.000)
- € 268.000 te reserveren in het investeringsfonds als investeringsbijdrage aan het realiseren van museumfunctie op het Hembrugterrein (Hembrugcollectie in het transformatorhuis)
Onderstaande grafiek laat het saldoverloop van het Investeringsfonds zien. Een uitgebreide toelichting op alle projecten is opgenomen in MPG 15.2. De stijging in 2015 van het saldo ten opzichte van actualisatie 15.1 is het gevolg van de dotatie van het jaarrekeningresultaat 2014.